|
Het verhaal over
de Lancaster W4888
Jan J. van der Veer
Lancaster
Jan. J. van der Veer beschrijft in zijn standaardwerk te noemen publicatie `De Luchtoorlog boven Zuidwest- Friesland 1940 1945', deze crash ongeveer als volgt.
Op 5 mei 1943 werd kort na middernacht de Lancaster bommenwerper W4888 van het 101st RAF Squadron van de basis Holme-on-Spalding Moor in Engeland, noordwestelijk van Hull, op de terugweg van een op Dortmund uitgevoerde aanval boven het IJsselmeer aangevallen door een Messerschmitt ME 110 van het Nachtjagdgeschwader 1 van de Fliegerhorst Leeuwarden. De eerder al in 1940 als gevechtsvlieger bij de 'Battle of Britain' (juli-oktober) betrokken aanvaller Oberleutnant Lothar Linke, die ruim een week later op 14 mei 1943 bij Lemmer omkwam toen zijn toestel daar na gevechtshandelingen in moeilijkheden kwam en neerstortte ter hoogte van Tacozijl, slaagde erin de W4888 zodanig in brand te schieten dat de kans om Engeland te bereiken nihil was.
Messerschmitt ME 110
De gezagvoerder, Flying Officer Nicholas J. Stanford, manoeuvreerde het brandende toestel - met waarschijnlijk gewonden aan boord - terug naar de Friese kustlijn van het IJsselmeer om op het vaste land een noodlanding te kunnen maken. Juist ten westen van Workum dirigeerde hij het nu in lichter laaie staande toestel over het Soal in pal oostelijke richting tot aan de spoorlijn Leeuwarden - Staveren. In de nabijheid van het Workumer station liet hij het ten dode opgeschreven toestel 90° naar stuurboord weer in westelijke richting zwenken naar de beoogde landingsplaats in een weiland in het Warkumer Nijlân tussen de spoorlijn en de weg - de Lange Leane - van Workum naar Koudum.
Ongeveer ter hoogte van de door familie Evert U. Dijkstra aan de Alde Dyk bewoonde boerderij 'sathe Westerein', die in de landingsbaan opdoemde - nu net voor het over de N359 in de Alde Dyk gelegen viaduct - brak het staartstuk van het toestel. De staartschutter John M. Hadfield werd daarbij uit het toestel geslingerd. Het staartstuk kwam terecht in het 'weinhok' van genoemde boerderij, die op een haar na werd gemist. De machine, nu een razende vuurbal, stortte op 5 mei om 01.40 uur neer in de landerijen tussen de boerderijen van de families Auke J. Lootsma en Jan Westerhuis, circa 150 m zuidwestelijk van de Alde Dyk.
sathe Westerein (ca. 1970)
foto: Oepke Santema
Slechts navigator Ralph Duncan Paterson wist de dodendans te ontspringen. Bij het openen van het ontsnappingsluik aan de onderzijde van de romp liep hij brandwonden op aan handen, gezicht en knieën, maar hij slaagde erin het toestel te verlaten en kwam met zijn parachute bij de Workumer sluis terecht, waar hij strompelend de woning van sluiswachter Simon Wiersma wist te bereiken, die zich in eerste instantie over hem ontfermde.
Hij werd krijgsgevangen gemaakt en vervolgens, met toestemming van de Duitsers, aan zijn verwondingen behandeld door dokter Bernhard C. Noordhoff in diens praktijk aan de Begine en daar een paar dagen verpleegd - en bewaakt door een Duitse soldaat. Vanachter het raam van zijn verpleegkamer sloeg hij daar de begrafenis van zijn kameraden gade. Later werd hij afgevoerd naar Duitsland, waar hij in verschillende krijgsgevangenenkampen verbleef, o.a. Stalag III bij Sagan, Silezië, tegenwoordig Pools grondgebied. Daar raakte hij betrokken bij de voorbereidingen voor 'The Great Escape', een spectaculaire ontsnappingspoging van geallieerde militairen. Na maanden van voorbereiding ontsnapten in de nacht van 24 op 25 maart 1944 door een 110 meter lange tunnel 76 soldaten. Uiteindelijk wisten slechts drie militairen de vrijheid echt te bereiken. Vijftig mannen werden na hun arrestatie zonder vorm van proces gefusilleerd en de overige 23 weer in krijgsgevangenschap gevoerd. Na de capitulatie in mei 1945 keerde Paterson naar Engeland terug waar hij zijn oude beroep van politieagent weer oppakte.
de villa van dr. Noordhoff
Op 7 mei 1943 volgde de begrafenis van Arthur Harold Clark, William T. Lewis, Anthony Jules Lawson Lyon, George William Francis Reynolds en Nicolas James Stanford op de Algemene Begraafplaats aan de Spoardyk in Workum, waar ds. Jan van Veen van de Hervormde gemeente de ceremonie leidde. Bij het uitdragen van hun stoffelijke resten uit het vroegere weeshuis aan het Noard, waar ze waren opgebaard, vormden dienstdoende Duitse militairen van de Hafenüberwachung Workum een erewacht, waarna ze inrukten.
De gehavende lichamen werden vervoerd met 'hynsder-en-haaiweinen' van Gerben Stellingwerf, Klaas Weremeus Buning, Yde Engelsma, Piet J. Noordenbos en Ype de Boer, veefokkers uit It Heidenskip, die daartoe waren aangezocht door de gemeente Workum.
Na hun teraardebestelling werd het lichaam van Hadfield gevonden in de slootkant van een weiland iets westelijk van 'sathe Westerein' door Allert Lageweg en Sjerp Smid, die op ca. 100 m afstand van de plek des onheils aan de voet van de Alde Dyk woonde. Hij werd op 10 mei naast zijn kameraden begraven.
Kerstavond 2019
foto: Johannes Hoekema
Workum, maart 2015,
© Werkgroep Lancastermonument Workum:
Johannes A. Hoekema
Henk J. Gorter
Gerrit Kemker
Jan P. Dykstra Hzn.
|
|