|
Wie was Gertrudis |
|
Sint Gertrudis in de Sint Werenfriduskerk te Workum
|
Velen uit Nederland, maar ook uit andere delen van de wereld hebben de Gertrudiskerk te Workum aan de Merk ontdekt. Het is een bedevaartplaats voor de moderne toerist geworden. Het bezoekersaantal beweegt zich momenteel (1999) rond de 14.000 per jaar. De kerk is niet bekend geworden vanwege haar naam of haar naamheilige, maar vanwege de unieke doodsbaren van de gilden. Maar wie was eigenlijk die Gertrudis? |
|
|
In "Workum inventaris der archieven" (1966) schrijft H.T. Obreen over deze heilige. Daarbij maakt hij gebruik van een studie van M. Zender (1959). Hij schrijft het volgende: |
|
|
"S. Gertrudis ... was een dochter van de major-domus Pippijn, ze was medestichtster der abdij van Nijvel of Nivelles ten zuiden van Brussel en zij overleed als abdis in de leeftijd van 33 jaar op 17 maart 659. De verering die men haar toedroeg, werd steeds groter en zo zelfs dat haar sterfdag, haar heilige dag de viering van St. Patrick, belangrijk voor de Ieren, die een groot aandeel hadden in de geloofsprediking op het vasteland, hier heeft verdrongen." |
|
|
Er wordt op gewezen dat de verbreiding van de verering van deze heilige in onze streken in de 10e - 11e eeuw tot stand komt. Verder schrijft Obreen: "Nu komen we met deze naam Gertrudis schijnbaar toevallig op het gravengeslacht in Friesland van omstreeks het jaar 1000: gravin Gertrudis .... Ik opper dan ook de waarschijnlijkheid dat de Friese gravin Gertrudis ter ere harer naamheilige de kerkstichting in Workum heeft gedaan." |
|
|
Heiligenbeelden van Gertrudis zijn er in de Grote- of Gertrudis-Kerk te Workum niet overgebleven. Ze zullen er tot de beeldenstorm (1566) ongetwijfeld de kerk hebben versierd. Wie in de gelegenheid is een bezoek te brengen aan "La Collegiale Siante-Getrude" te Nijvel zou een studie kunnen maken van de ontwikkeling van het beeld vanuit de Romaanse tijd tot aan heden. De verering daar van deze heilige heeft heel verschillende afbeeldingen in verschillende bloeiperioden van de cultuur opgeleverd, en niet alleen in Nijvel. In het Catharijneconvent te Utrecht worden momenteel een flink aantal afbeeldingen van de heilige bewaard, maar ook in de Rooms Katholieke kerk te Workum is aan een van de pilaren een beeld van haar te vinden. |
|
|
De afbeelding van een heilige is herkenbaar aan de attributen, de voorwerpen. Zo draagt Gertrudis meestal in haar rechterhand een staf. Met haar andere hand omklemt ze een opengeslagen boek. Regelmatig wordt bij één van haar voeten een muis of rat afgebeeld.
|
|
|
Wie was eigenlijk die Gertrudis? |
|
|
Over haar is een transcriptie bekend uit de 8e eeuw (Manuscript de Montpeller): "La vita sanctae Geretrudis virginis" (het leven van de heilige maagd Gertrudis) uit het jaar 670, geschreven door een Ierse monnik. |
|
|
Deze monnik moet Gertrudis hebben gekend. Ze was de dochter van Pepijn de Oudere (de Landen) en Ittuberge of Itte. Volgens deze beschrijving werd Gertrudis geboren in het jaar 626. In het verhaal staat beschreven dat haar vader Pepijn een groot banket aanrichtte voor koning Dagobert. Daarbij kreeg Gertrudis reeds op 10-jarige leeftijd een huwelijksaanzoek van een jongeman, zoon van een militair uit het gevolg van de koning. Toen haar vader 4 jaar later stierf, bleef de niet onbemiddelde Itte met haar dochter alleen achter. En het zal zeker niet bij dat ene huwelijksaanzoek aan Gertrudis zijn gebleven. |
|
|
Op 24-jarige leeftijd, zo wordt gezegd, stichtte Gertrudis met haar moeder het eerste vrouwenklooster in het tegenwoordige België, op initiatief vanuit het diocese Maastricht. De vrouwen hoopten op deze wijze de vrijers, die mogelijk uit waren op hun rijkdom, buiten de deur te houden. Sociaal bewogen als Gertrudis was, kwam ze op voor de armen van haar stad. In haar haggiografie is te lezen: "C' est une femme sobre, intelligente, bien équilibrée, orientée vers le spirituel et la contemplation". |
|
|
Voor het jaar 650, aldus het heiligenleven, werd de naam Nijvel nooit genoemd in geschriften. Maar toen aan het eind van dat jaar Ierse monniken - uit Engeland verdreven - een mannenklooster stichtten met een bibliotheek voor heilige boeken, veranderde dat snel. Er kwam een eerste "dubbelklooster". Gertrude werd door haar moeder tot abdis benoemd van het vrouwenklooster. Ze had weldra een grote kennis van de heilige geschriften. Maar haar klooster werd vooral bekend, omdat het een haven was voor armen, ongelukkigen, zieken, ouden van dagen, weduwen en wezen, vluchtelingen en slaven. Ze bracht een groot deel van haar tijd door met bidden en vasten. Het strenge vasten moet één van de redenen zijn geweest van haar vroegtijdige door op 17 maart 659. |
|
|
Deze Gertrudis werd na haar dood, wellicht onder invloed van de beschrijving van het heiligenleven, geëerd en al spoedig moeten pelgrims de weg naar Nijvel hebben gevonden. Daarbij kan zeker een rol hebben gespeeld, dat de plaats op een belangrijke kruising van landwegen was gesitueerd. Haar roem moet steeds groter zijn geworden. Nijvel werd bekend om Gertrudis. Pelgrims en handelsreizigers brachten welvaart in de stad en de kerk, waar haar gebeente rustte. De oorspronkelijk Romaanse kerk werd een aantal keren flink vergroot tot een gotisch gebouw van allure en (lengte 102 meter). De bewonderaars van de Gertrudiskerk van Workum zouden zich daar de ogen uitkijken... |
|
|
Mogelijk reeds in de tiende of de elfde eeuw werd de Workumer kerk aan Gertrudis gewijd. Bijna 600 jaar na haar geboorte (1220) werd Gertrudis heilig verklaard. Ze werd vervolgens de naamheilige van talloze kerken in de Nederlanden in de dertiende eeuw. Haar naam werd aangeroepen ter bestrijding van ratten- en muizenplagen. Het water dat ontsprong uit de crypte van de "Collegiale" - waar ze ook begraven ligt - zou over het land uitgegoten, de veldmuizen doen verdrijven. |
|
|
Dat deze heilige als schutspatroon van de stad Workum heeft gefungeerd is enerzijds verwonderlijk, immers Nijvel ligt in het Brabantse (België); er is geen vaarwater in de buurt. Steden als Bergen op Zoom, Geertruidenberg en Workum (ook Hindeloopen) waarvan de kerk aan Gertrudis werd gewijd, liggen aan water. Het verhaal dat deze heilige schutspatroon van de zeevarenden was, is dan ook bevreemden. |
|
|
Anderzijds is het mogelijk dat ze in eerste instantie moet worden gezien als schutspatroon voor de handelaren (eerst handelsreizigers te land, later handelaren over zee). Eén van de retabels (1623, Jean Thonon) in de Collegiale te Nijvel toont in albast een schip in nood. Gertrudis treedt op als beschermheilige. Dus ook daar is de relatie (in ieder geval vanaf de 17e eeuw) met de scheepvaart te vinden. |
|
|
Wellicht kan het sociale gezicht, dat Gertrudis reeds in de 7e eeuw toonde een inspiratiebron zijn geweest voor de kerk enkele eeuwen later; wie zal het zeggen? Vanuit Nijvel heb ik geen plausibele verklaring kunnen vinden voor de botten, de pijl en de roe op twee van de basementen van de pilaren in de Gertrudiskerk te Workum. |
|
|
E.H. de Boer |
|
|
|
basement van pilaar met botten
|
basement van pilaar met pijl en roe
|
|