Albert Robijns Kuipers |
Albert Robijns Kuipers
Workumer zilversmid
1871 - 1926
|
|||||||||||||
9.2 Albert Robijns Kuipers
*Workum, A 108 (Noard 4), 01-02-1841- +Workum, G 31(Algeraburren 5) 06-06-1926
goud- en zilversmid (1896-1899); 85 jr, zonder beroep (1926), begraven bij de kerk te Workum (1926).getuigen geboorteakte: Klaas Egberts Brunger, 55 jr, Waagmeester en Wybrandus van Loon Penninga, 45jr, Apotheker. getuigen overlijden: Freerk Faber, 76 jr (G 33, Algeraburren 9) en Harmen Stuur, 70 jr (G 30, Algeraburren 3) beiden zonder beroep. x1 Smallingerland 26-03-1871 Janna van Douwen Kuipers (zie 1.8) *Drachten 04-12-1840 - +Workum 02-03-1895, dochter van Meindert Alberts Kuipers en Grietje van Douwen (zie 1). Begraven bij de kerk te Workum (1895) getuigen overlijden: Frederik Robijns, 45 jr, zadelmaker en Rinze de Jong, 44 rj, goudsmidsknecht
Leeuwarder Courant 08-03-1895
Leeuwarder Courant 08-12-1896
x2 Workum 05-12-1896 Luutske Iedes Iedema *Dronrijp, dochter van Iede Minks Iedema en Ybeltje Klazes Bultstra. Luutske woont in Workum, 31 jr (1896-1899)
Friso zaterdag 12 juni 1926
Friso 11 juni 1949
|
Leeuwarder Courant 17-01-1873
De voor- en achterkant (foto boven) en de binnenkant (foto onder)
van een sieraadsdoosje van Albert Robijns Kuipers
particulier bezit
foto Henk Gorter
foto: Fen Fryske Groun 17 januari 1930.
Geheel rechts is nog net een venster te zien van wijk G nr 31 (Algeraburren 5), de woning waar Albert Robijns Kuipers en Luutske Iedes Iedema hebben gewoond.Na het overlijden van haar dochter IJbeltje Maria (Marie) gaat ze als huishoudster bij haar buurman Harmen Stuur (wijk G nr 30, Algeraburren 3) wonen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn beiden oud. Harmen wordt door omkesizzer Folkert Stuur en zijn vrouw Grietje Klein tot zijn overlijden verzorgd, omdat hij niet naar het Tehuis van Ouden van Dagen wil. Het wordt in de volksmond dan nog altijd "het armenhuis" genoemd. Luutske heeft geen familie meer in Workum wonen en gaat wel naar het Tehuis van Ouden van Dagen. Het toeval wil dat Luutske en Harmen dag aan dag komen te overlijden. |
||||||||||||
meestertekens
Albert Robijns Kuipers
|
|||||||||||||
Lepel
Fokjen Sytses Alkema
|
|||||||||||||
Fokje Alkema is geboren te Makkum op 10 april 1871 als dochter van de scheepstimmerman Sytse Alkema en zijn vrouw Grietje Alkema. Op 25 oktober 1890 trouwt zij met Willem Visser (*Makkum 05-11-1864 - +20-05-1923), zoon van Paulus Willems Visser (1824-1888) en Trijntje Folkerts Dijkstra (1824-1894). Uit dit huwelijk worden te Makkum acht kinderen geboren, waarvan zes levenloos: 1. Levenloos kind, overleden 28 oktober 1891, man 2. Trijntje Visser, geboren 27 januari 1893. Zij trouwt op 21 februari 1914 met Murk Salverda, 20 jaar, geboren te Makkum, zoon van Age Salverda en Klaske Reinsma 3. Sytze Visser, geboren 3 januari 1894. Hij trouwt op 4 juni 1921 met Jetske de Witte, oud 25 jaar, geboren te Makkum, dochter van Sjoerd de Witte en Akke Rispens. 4. Levenloos kind, overleden 29 januari 1896, man 5. Levenloos kind, overleden 9 januari 1897, man 6. Levenloos kind, overleden 17 december 1897, vrouw 7. Levenloos kind, overleden 2 januari 1900, vrouw 8. Levenloos kind, overleden 9 april 1907, vrouw
Leeuwarder Courant 24-05-1923
|
|||||||||||||
Lepel
M.T. v. D.
|
|||||||||||||
Lepel
Taede Jans van de Wint
bron: © J.Schipper, www.zilverstudie.nl
|
|||||||||||||
de Eendragt, Schenkenschans onder Deinum
gebouwd 1763
afgebrand 18 mei 1878 om 21 uur
bron Molendatabase
Taeke Sybrens van der Wind *Heerenveen 20-04-1768 - +Midlum 07-03-1854 zoon van Sybren Teekes en Baukjen Hillebrands woont te Woudsend (1793), woont houtzaagmolenaar te Schenkenschans onder Deinum (1795, 180, 1825), woont te Midlum (1854) x Woudsend 19-05-1793 Anna Jans van de Wind
*Woudsend ~Woudsend/Ypecolsga/Smallebrugge 21-01-1768 - +Schenkenschans 01-10-1843
dochter van Jan Jarigs van der Wint (timmergezel te Leeuwarden 1749) en Elisabeth Jans Hekelaar (Leeuwarden 1749)Jan-Duys Taekes van de Wind
*Schenkenschans onder Deinum 12-08-1795 - +Schenkenschan onder Deinum 24-09-1872
zoon van Taeke Sybrens van de Wind en Anna van de Wind.houtzaagmolenaarsknecht te Schenkenschans onder Deinum(1825, 1829); houtzaagmolenaar (1854, 1872) x Baarderadeel 19-07-1823 Tjaltje Taedes Velsing
*Baijum 25-09-1791 - +Schenkenschans onder Deinum 24-02-1862
dochter van Teade Minks (landbouwer te Baijum 1791; arbeider te Winsum 1813) en Akke Reindersnaaister te Winsum (1823) Taede Jans van de Wind *Deinum 23-10-1825 - +Deinum 05-10-1893 zoon van Jan Taekes van de Wind, van beroep houtzaagmolenaarsknecht te Deinum, en Tjaltje Taedes Velsing. houtzaagmolenaar (1853, 1882), houtkoopman (1893) x IJlst 02-10-1853 Trijntje Jelles Croles *IJlst 26-08-1831 - +Deinum 12-03-1903 Dochter van Jelle Jelles Croles (scheepstimmerman 1831) en Liskjen Walles Veldhuis. Jan Taedes van de Wind
*Schenkenschans onder Deinum 22-06-1854 -+Leeuwarden 14-01-1932
Zoon van Taede Jans van de Wind en Trijntje Jelles Croles. houtzaagmolenaar te Schenkenschans onder Deinum (1882), houthandelaar te Leeuwarden (1910); zonder beroep te Leeuwarden (1918, 1932) x Leeuwarderadeel, datum 27 april 1882, akte nr. 8.. Harmke Thijsses Rienks *Finkum (27 jaar) Dochter van Thijs Rienks Rienks en Meiltje Harmens de Vries.
De Eendracht, Schenkenschans onder Deinum
herbouwd 1883
30 mei 1919 verkocht en daarna gesloopt
bron Molendatabase
Taede Jans van de Wind *Leeuwarden 16-06-1886 - +Leeuwarden 08-07-1918 Zoon van Jan Taedes van de Wind en Harmke Thijsses Rienks. houthandelaar (1910, 1918) x Leeuwarderadeel 03-11-1910 Anna -Catharina Sjoerds Idzerda *Huizum (23 jaar) dochter van Sjoerd Idzerda (huisschilder te Huizum 1910) en Rudolphia Bloemendal. |
bron: © J.Schipper, www.zilverstudie.nl.
|
||||||||||||
Pijpenwroeter
|
|||||||||||||
Hoogstwaarschijnlijk is de grondvorm, het oertype, van deze instrumentjes de hazesprong, een licht gebogen been, met een stevige gewrichtsknobbel, uit de poot van de haas. Althans vinden we veel zulke eenvoudige pijpepeuters terug, waarvan een einde tot punt bijgeslepen was, terwijl de gewrichtsvlakte aan de andere kant als stamper dienst deed. De punt werd soms verstevigd door metaal, en zilveren bandjes werd er als versiering omheen gelegd. We vinden dit model later terug nagegoten in metaal, of gesneden in ivoor, been en parelmoer, maar dan gewoonlijk bovenop versierd met een beeldje. bron: Paul Hendrickx: Van pijpepeuters en pijpestoppers. Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten. Kwartaalschrift. XIIIe jrg., nr. 1, 1965, blz. 1-16. |
|||||||||||||
Roomlepel met Cupido
|
|||||||||||||
Roomlepel met theepot
|
|||||||||||||
Schaar
|
|||||||||||||
Friedrich Herder Abraham Sohn
Solingen
Germany
het in 1727 opgerichte bedrijf voert sinds 1841 bovenstaande naam
|
|||||||||||||
Zilveren oorijzer
Zilveren oorijzer met meesterteken: Albert Robijns Kuipers, Workum (1871-1925).
Echter de versiersels hebben het meesterteken van Anne Gerbens Kijlstra, Drachten ( 1859-1917).
|
|||||||||||||
Zilveren oorijzer in een rode doos
Zilveren oorijzer, waarvan het kettinkje aan één kant los is, is gemaakt door Albert Robijns Kuipers te Workum. Het zit verpakt in een oranje doos met een niet passend zwart deksel. In een blikje van de Workumer koffie- en theehandel Simon Gaastra zitten losse stukjes versiersels behorende bij het oorijzer. Ook zit er nog een versiersel van blik in.
|
|||||||||||||